Ramdien Sardjoe

 

PROLOOG

“ Ik verkies strijdend ten onder te gaan in de arena, dan voor de strijd weg te lopen als een hyena”.

Een symboliek uitgesproken door Ramdien Sardjoe medio 1962 als voorzitter van de HNS (Hindostaanse Jongeren Vereniging). Vastberaden,  toegewijd en trouw aan zijn principes was het kordate en resolute antwoord op de vraag van zijn opponenten om liever als voorzitter af te treden dan een motie van wantrouwen te riskeren.

Deze vraagstelling berustte op de opvatting dat Sardjoe gelieerd zou zijn aan VHP-voorzitter Jagernath Lachmon. In oktober 1961 was de VHP-leider uitgenodigd voor de kranslegging bij het standbeeld van Mahatma Gandhi te Paramaribo. Ook was de voorzitter  gevraagd een lezing te houden over het toentertijd actuele vraagstuk van de verbroederingspolitiek. HNS-voorzitter Sardjoe  huldigde de opvatting dat  het belang van de sociaal-culturele organisatie de politieke grenzen oversteeg.

De groep van actieve intellectuele jongeren was aanmerkelijk anti-gezind naar Lachmon toe. Een Creoolse beeltenis op een muntbiljet en het tweede couplet van het volkslied in “Sranantongo” waaraan Lachmon had meegewerkt, waren onder meer de doorslaggevende issues daarvoor. Als resultaat van deze door de politiek bepaalde ontwikkeling, werd een motie van wantrouwen tegen Sardjoe aangenomen ( 48 voor en 46 tegen) .Als gevolg hiervan legde Sardjoe  – conform het democratisch beginsel - het voorzitterschap van de HNS neer.

Toen hij VHP-voorzitter Lachmon hieromtrent informeerde, was diens reactie : 
“Jongen wees gerust, je wordt er misschien beter van”.

De politieke carrière van Ramdien Sardjoe was hiermee ingezet. 
Bij de tien op elkaar volgende parlementsverkiezingen, sinds 1963, werd hij tot lid van dit hoge college verkozen. Na het verscheiden van Lachmon werd hij in 2001 bij acclamatie gekozen tot parlementsvoorzitter. De daarop volgende maand werd hij door het partijcongres – eveneens bij acclamatie – gekozen tot VHP-voorzitter. In 2006 werd hij ook voor een tweede termijn belast met het VHP-voorzitterschap. In 2005 mocht hij na een eclatante overwinning in de Verenigde Volksvergadering, de functie van Vice President van de Republiek Suriname bekleden. Zijn hoge functies kenmerkten zich steeds door “shaanti” , een vredes gezind beleid.

Lees : Vervolg Proloog

 

PARLEMENTSLID 1964-1980 en 1987-2005

STAATKUNDIGE ONAFHANKELIJKHEID 1975

MILITAIR REGIEM 1980-1987 en inzet herstel democratie en rechtsstaat

BINNENLANDSE OORLOG EN INZET TOT VREDE 1986-1992

SLAVERNIJVERLEDEN

HINDOSTAANSE IMMIGRATIE